Toeristen




Nepal grenst in het noorden, met de Himalaya, aan China (Tibet) en alle andere grenzen zijn met India. Er is veel grensverkeer met India voor handel: bijna alles wat in Nepal wordt ingevoerd komt via India, soms over de weg vanuit Calcutta (Kolkata). Maar ook passeren heel veel  mensen de grens met India, omdat er geen visumplicht bestaat tussen India en Nepal. Er is op het vliegveld een speciale rij voor Indiase ingezeten. Dat feit levert ook toerisme op. Toen ik in het oosten van Nepal was, niet ver van de grens, werd er in het hotel een Indiase bruiloft gevierd, met alles erop en eraan. Dat betekende dat er een heel podium in de tuin werd opgebouwd en er kwamen erebogen versierd met oranje Afrikaantjes. Alles met elkaar duurde de voorbereidingen drie dagen. De gasten verbleven voor het grootste deel in het hotel.



In Nepal zijn ook veel belangrijke religieuze plaatsen voor Hindoes en Boeddhisten. Veel tempels, heilige plaatsen en de geboorteplek van de Boeddha. Er is dus ook veel religieus toerisme uit omringende landen als China, maar ook uit Japan en Korea. Je ziet veel bussen met grote groepen Aziaten tussen de middag stoppen bij een hotel om daar te lunchen met een speciaal voor hen bereide lunch. Meestal een buffet. Onze gidsen in het nationaal park maakten er grapjes over. We zagen een groep Chinezen snel door het park lopen. “Die doen de Chinese toer”, zei een gids, “die is 30 minuten. Wij doen de Europese toer, die is 3 uur.”

Behalve dit regionale toerisme is er ook binnenlands toerisme. Dat heb ik nog niet veel eerder gezien. Maar in het oosten van Nepal zijn veel kleine hotels voor Nepalezen die daar de theegebieden en heilige plaatsen bezoeken. Ook het bezoek van schoolklassen aan de kwekerij waar ik adviseerde was geen uitzondering. Iedere school hier heeft een schoolbus waarmee een aantal van de kinderen dagelijks gehaald en gebracht worden. Die bus wordt ook gebruikt voor schoolreisjes zoals naar die kwekerij. In Bandipur zagen we ook heel veel scholieren door de straatjes dwalen, soms al lang voor dat het eerste toeristenwinkeltje open ging. De dapperste leerlingen probeerden wel een gesprekje aan te knopen en het Engels is verrassend goed. Over het algemeen wordt hier trouwens best goed Engels gesproken, zeker in de toeristen gebieden. Op de markt moet je nog wel met handen en voeten werken, maar verder is de taal geen probleem.



Wat wel opvalt, vooral bij de groepen jongelui dat de smartphone hier ook wel een zekere revolutie op gang heeft gebracht. Overal wordt met de smartphones gefotografeerd en dan is het reuze belangrijk hoe je er op komt de staan. De houding: “Je linker been nog iets verder naar voren en je hoofd iets gedraaid”, maar ook wie met wie vereeuwigd wordt. Vanaf het balkon van ons hotel konden we dat mooi gadeslaan en dat was best vermakelijk. Soms lijkt het of de foto het enige doel van het uitstapje is.


In Pokhara, een toeristisch centrum waar veel trektochten de bergen in beginnen en waar je bij voorbeeld ook kan paragliden, heerst een sfeer waarbij ik erg aan Amsterdam moest denken. Alleen draait hier alles om toerisme, misschien het voorland van Amsterdam. In gesprekken met Nepalezen werd dat toch een beetje gerelativeerd. In Pokhara wonen ook veel gepensioneerde Gurkha’s. In het Britse en Indiase leger zijn nog steeds een flink aantal Gurkha’s in dienst. Een Nepalese bevolkingsgroep die een zekere reputatie van krijgshaftigheid heeft. Van het geld dat ze tijdens hun diensttijd spaarden en het pensioen kopen ze een huis en kunnen ze een goed leven hebben in Nepal en ze vormen dus in Pokhara een aanzienlijke groep beter gesitueerden.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Luong Son

Nepal

Samen in Nepal